Oligo-articulaire JIA
Oligo-articulaire JIA is de meest voorkomende vorm van JIA. 50% van alle JIA patiënten heeft oligo-artritis. Het begint meestal voor het 6e levensjaar en komt het meest voor bij meisjes.
Er zijn twee soorten oligo-articulaire JIA:
- (persisterende) oligo-articulaire JIA: waarbij je minder dan 4 vier ontstoken gewrichten hebt;
- extended oligo-articulaire JIA: waarbij na de eerste zes maanden meer dan 4 ontstoken gewrichten ontstaan.
Klachten
- Tijdens de eerste zes maanden van de ziekte zijn er niet meer dan vier gewrichten ontstoken.
- Je hebt geen last van systemische symptomen, zoals klachten van organen.
- Bij oligo-artritis zijn meestal de grote gewrichten aangedaan. Meestal symmetrisch: dus beide enkels en beide ellebogen bijvoorbeeld.
- Soms is er maar één gewricht aangedaan. Dit noemen we de mono-articulaire vorm.
- Soms krijg je na de eerste zes maanden, vijf, zes of meer ontstoken gewrichten. Dit noemen we een extended oligo-articulair beloop. Ofwel: oligo-artritis met uitbreiding.
Verloop
- Als de ziekte zich beperkt tot een paar gewrichten, is de prognose vaak goed. Er is een goede behandeling mogelijk.
- Bij de uitgebreide vorm van oligo-artritis is de prognose wisselend.
Complicaties
Veel patiënten kunnen een ernstige complicatie aan de ogen krijgen: uveïtis. Dit is een ontsteking van het voorste deel van het regenboogvlies. Het regenboogvlies zit in het oog, om de lens heen. Door dit vlies lopen aderen die voor de bloedtoevoer van het oog zorgen. Als uveïtis niet op tijd behandeld wordt, kunnen je oog of ogen beschadigd raken. Wanneer je een verhoogd risico op uveïtis hebt, is het heel belangrijk dat je om de drie tot zes maanden naar de oogarts gaat voor controle. Alleen de oogarts kan constateren of je deze aandoening hebt. Zelf merk je dat niet – je ogen zijn namelijk niet rood, en je hebt geen klachten van slecht zien.